Na 6 maanden kan een moment zijn om over te stappen
Misschien wil je het aantal voedingen verminderen. Dan is het niet prettig om van de ene op de andere dag te stoppen. Bouw het aantal voedingen geleidelijk af. Zodat jij en je kindje de kans krijgen om te wennen. Jouw lichaam went eraan om minder melk aan te maken. En de kleine leert om uit een flesje te drinken.
Borstvoeding afbouwen, hoe doe ik dat?
* Het is verstandig om daar echt een aantal weken de tijd voor tenemen. En maak gebruik van ons afbouwschema (zie hierna). Maar voor
je iets doet: overleg eerst met je arts of consultatiebureau.
* Je begint door 1 borstvoeding te vervangen door flesvoeding. Jij
bepaalt welke voeding dat is. Bijvoorbeeld de voeding op het voor jou
meest onhandige moment van de dag. Of je vervangt de
borstvoeding waar je kind toch al het minste belangstelling voor toont. En anders raden we je aan om de een na laatste borstvoeding het eerst te vervangen door de fles. Ga zo lang mogelijk door met de eerste en laatste borstvoeding. Dat werkt het handigst.
* Stop de borstvoeding die jij als eerste afbouwt en vervang deze door
flesvoeding. Het kan zijn dat je borsten in het begin gespannen aanvoelen. Dat is logisch. Ze zijn eraan gewend om vol melk te zitten op dit tijdstip.
* Nu is het wachten tot je geen last meer hebt van stuwing. Dit kan een
aantal dagen duren, maar net zo goed een hele week.
* Voelen je borsten weer soepel aan? Dan kun je een tweede voeding met
de borst vervangen door flesvoeding. Je voorkomt pijnlijke borsten en
stuwing door ervoor te zorgen dat je borstvoedingen goed verdeeld blijven over de dag. Dit zie je terug in het afbouwschema.
* Wacht opnieuw tot je soepele borsten hebt en geen stuwing. Dan is het
tijd om weer een voeding af te bouwen.
* Ga zo door tot je de borstvoeding helemaal hebt afgebouwd.
Kan ik het geven van borstvoeding langere tijd combineren met opvolgmelk?
Dat is zeker mogelijk. We raden je aan om dan de vroege ochtendvoeding en de avondvoeding met de borst te geven. Dat is ook praktisch als je weer aan het werk gaat. Natuurlijk kun je elk moment verder gaan met afbouwen, maar neem vooral je tijd.
Wat als je geen borstvoeding kan geven – of niet volledig?
We spreken veel moeders en iedere vrouw heeft haar eigen ervaringen. Dan horen we mooie verhalen, vol blijdschap als het goed gaat met borstvoeding.
Helaas komen we ook moeders tegen die het gevoel hebben geen goede moeder te zijn. Enkel en alleen omdat ze geen borstvoeding kunnen geven. Of omdat ze hun kindje niet voldoende kunnen voeden.
Dat is natuurlijk niet waar. Wij vinden dat je alleen een goede moeder kunt zijn als je je goed voelt. En er is gelukkig veel keuze in opvolgmelk waarmee je je kind geeft wat het nodig heeft.
Er zijn ook moeders die bewust geen borstvoeding willen geven. Ook hier vinden wij dat de moeder moet besluiten wat het beste is en wat het beste voelt. We zijn er niet om te (ver)oordelen - we zijn er om moeder en kind te steunen.