Allergie of intolerantie: wat is het verschil?
Veel ouders vragen zich af of hun baby last heeft van een allergie of intolerantie. Het verschil ligt in het afweersysteem. Een voedselallergie ontstaat wanneer het immuunsysteem een stof als gevaarlijk beschouwt. Dit kan binnen enkele minuten tot uren na het eten van een bepaald voedingsmiddel optreden en leidt tot symptomen zoals huiduitslag, overgeven, diarree en ademhalingsproblemen. Zelfs een kleine hoeveelheid van het allergeen kan al een reactie veroorzaken. Veelvoorkomende allergenen zijn pinda’s, noten, melk, ei, tarwe, soja, vis en schaaldieren.
Een voedselintolerantie is een reactie van het spijsverteringsstelsel, niet van het immuunsysteem. Het lichaam heeft moeite met het verteren van bepaalde voedingsmiddelen, zoals lactose. Symptomen zijn winderigheid, buikpijn, een opgeblazen gevoel en diarree.
Om te achterhalen wat er precies aan de hand is, bespreek je zorgen met de huisarts of het consultatiebureau.
Hoe ontwikkelt een voedselallergie zich bij een baby?
Bij baby’s komt een voedselallergie vaker voor omdat hun immuunsysteem nog in ontwikkeling is. De allergie ontstaat wanneer het immuunsysteem overgevoelig raakt voor een bepaalde stof in een voedingsmiddel. Bij de eerste blootstelling aan het allergeen kan het lichaam al antistoffen aanmaken. Bij een volgende blootstelling veroorzaakt dit een allergische reactie.
Om de kans op voedselallergieën te verkleinen, wordt geadviseerd om baby's vóór 8 maanden pindakaas en ei te laten proeven. Heeft je baby ernstig eczeem of een voedselallergie? Dan is het extra belangrijk om vroeg met verschillende voedingsmiddelen te beginnen, zoals ei en pindakaas. Dit wordt aangeraden vóór de leeftijd van 6 maanden. Bespreek dit vooraf altijd met de arts of diëtist van je kind.
Hoe herken je een allergische reactie?
Een allergische reactie kan direct na het eten optreden, maar soms pas na meerdere keren blootstelling. Let op de volgende symptomen:
- Schril of hees huilen
- Overmatig huilen na het eten van een bepaald voedingsmiddel
- Overgeven of diarree
- Loopneus, niezen of hoesten
- Huiduitslag, netelroos of zwellingen
Bij ernstige reacties, zoals ademhalingsproblemen, is medische hulp noodzakelijk.
Atopische dermatitis en voedselallergieën
Atopische dermatitis (eczeem) is een veelvoorkomend teken van een voedselallergie bij baby’s. Dit komt vaak voor op het gezicht, de hoofdhuid, armen, benen en knieën. Baby’s met een familiegeschiedenis van allergieën, astma of eczeem hebben een verhoogd risico.
Koemelkeiwitallergie: een veelvoorkomende allergie bij baby’s
Koemelkallergie komt voor bij 2-3% van de baby’s bij het binnenkrijgen van flesvoeding met koemelk. Ook via borstvoeding kan een baby reageren op de koemelkeiwitten die de moeder binnenkrijgt. Symptomen variëren van huiduitslag en darmklachten tot ademhalingsproblemen.
Als je kind een vastgestelde koemelkallergie heeft dan is geitenmelk geen geschikt alternatief voor je baby. Dat is een feit. In dit geval zijn er speciale flesvoedingen, zoals intensief gehydrolyseerde flesvoeding, die vaak worden aanbevolen. Soms komt het voor dat kinderen problemen hebben met het verteren van koemelk. Dat is geen allergie maar kan een overgevoeligheidsreactie zijn. In dit geval kan opvolgmelk op basis van geitenmelk wel een alternatief zijn voor je kind. Als je vermoedt dat je baby een allergie heeft, raadpleeg dan je huisarts of het consultatiebureau.
Wanneer overleg je met de huisarts of het consultatiebureau?
Overleg als:
- Je baby ernstige eczeem of atopische dermatitis heeft.
- Je baby eerder een allergische reactie heeft gehad.
- Een broertje of zusje een ernstige voedselallergie heeft.
- Er een familiegeschiedenis van voedselallergieën is.
Hoe introduceer je veelvoorkomende allergenen?
Deskundigen adviseren om allergenen tussen de 4 en 6 maanden in te voeren. Dit helpt het immuunsysteem wennen aan deze voedingsmiddelen en kan het risico op allergieën verkleinen.
Tips voor een veilige introductie:
- Begin pas als je baby gewend is aan vaste voeding.
- Probeer het thuis, niet in een restaurant.
- Introduceer één nieuw voedingsmiddel per keer.
- Begin met een kleine hoeveelheid en bouw langzaam op.
- Kies een moment waarop je je baby goed kunt observeren.
